De afgelopen weken kwam in meerdere online opstellingen voorbij dat spanningen, ruzies, agressie of liefdeloosheid tussen ouders grote invloed op kinderen heeft gehad. Ook het vreemdgaan of buitensluiten van één van de ouders, of een scheiding bleek in de weg te hebben gezeten bij het innemen van de eigen plek. Hoe kan dit zó'n effect hebben?
Kinderen hebben vanuit liefde, loyaliteit en de noodzaak tot overleven de neiging om voor (één van) hun ouders te gaan zorgen. Dit maakt dat ze bóven die ouder(s) komen te staan. Het kind in de rol van de ouder/volwassene, en de ouder/volwassene in de rol van het kind.
Het kind kan zichzelf zijn gaan wegcijferen om het de ouder(s) maar niet nóg lastiger te maken. Of het is gaan bemiddelen tussen beide ouders. Of is een broer of zusje gaan verdedigen tegen frustratie van een ouder. Allemaal gedrag waardoor het kind niet zichzelf - kind - heeft kunnen zijn.
Deze verantwoordelijkheden of taken zijn een last geweest. Soms zelfs een hele zware last. Vaak hebben mensen geen idee hoe groot de impact daarvan is. Ze zijn zó gewend om voor een ander te zorgen en/of zichzelf weg te cijferen. Of vóelen soms hun eigen behoeftes helemaal niet eens. Weten niet wat ze willen, of kunnen niet echt genieten van het leven.
Na het gezin van herkomst te hebben opgesteld, kwam het de afgelopen periode in veel opstellingen terug dat het voor de cliënt amper mogelijk was de systemische zinnen "Ik ben je zoon/dochter, jij bent mijn vader/moeder" uit te spreken. Vanwege boosheid en zelfs minachting. Het ervaren en vervolgens erkennen daarvan is al een hele belangrijke stap. Vaak op weg naar het toelaten van het verdriet en gemis wat daaronder zit.
Eén vader was erg dominant en agressief geweest. Een moeder was emotioneel afwezig door niet genomen rouw over zaken uit het verleden. Een andere vader was meer naar zijn dochter toegetrokken omdat hij de relatie met zijn vrouw emotioneel en intellectueel niet bevredigend vond. Hierdoor stonden de moeder en dus ook de dochter óók niet op hun eigen plek.
Wat in alle sessies - na rustig onderzoeken en aftasten - helpend bleek, was het - in acht neming van eventuele weerstand - uitspreken van de volgende systemische zinnen: - Ik ben jullie zoon/dochter.
- Jullie zijn mijn ouders.
- Wat er tussen jullie speelde, heeft niets met mij te maken.
- Jullie zijn de volwassenen, ik ben het kind.
- Het is jullie verantwoordelijkheid, niet de mijne.
- Jullie zijn de groten, ik ben de kleine.
Dit maakte dat de plek van het kind weer ingenomen kon worden. Er kwam rust. Voelbaar in het lijf. Letterlijk grond onder de voeten en het stromen van energie door het lichaam zoals dat nog niet eerder was ervaren.
Precies dít is voor mij de magie van systemisch werken. Dat iemand écht verankerd in het lichaam kan voelen dat de enige en juiste plek voor hem/haar is ingenomen. Om van daaruit stappen vooruit te maken in zijn/haar eigen leven, met de ouders als volwassenen áchter zich, waar ze thuishoren.
Bas Roeleveld
www.jeplekinnemen.nu